Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

 

Artikel 1015
1
Tijdens de behandeling van het verzoek lopende procedures betreffende vorderingen ter zake waarvan de overeenkomst in een vergoeding voorziet worden op verzoek van een partij bij de overeenkomst van wie in de procedure schadevergoeding wordt gevorderd geschorst overeenkomstig artikel 225, tweede lid, ook indien reeds de dag is bepaald waarop het vonnis zal worden uitgesproken.
2
Het geschorste geding wordt overeenkomstig artikel 227, eerste lid, hervat:
a
indien in de procedure schadevergoeding wordt gevorderd, in de vergoeding waarvan de overeenkomst niet voorziet;
b
indien de gerechtigde tot vergoeding de in artikel 908, tweede lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde verklaring heeft ingediend;
c
indien vaststaat dat het verzoek niet tot toewijzing zal leiden;
d
indien de overeenkomst ingevolge artikel 908, vierde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt opgezegd;
e
indien de behandeling van het verzoek met het oog op de belangen van een gerechtigde tot een vergoeding en alle omstandigheden in aanmerking genomen, onaanvaardbaar lang duurt en naar verwachting nog onaanvaardbaar lang zal duren;
f
indien een der partijen nadat de beschikking tot verbindendverklaring onherroepelijk is geworden de veroordeling in de kosten van het geding vordert.
3
Artikel 907, vijfde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek is niet van toepassing op hetgeen in een ingevolge het tweede lid hervat geding wordt gevorderd.
4
Behoudens de gevallen, bedoeld in het tweede lid, wordt na schorsing van een hangende procedure het geding op verzoek van de meest gerede partij van de rol afgevoerd wanneer de beschikking tot verbindendverklaring onherroepelijk is geworden.
5
De artikelen 225, tweede lid, tweede zin, en derde lid en 227, tweede en derde lid, zijn van toepassing.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN AY6140, Hoger beroep, 771/05
    Rechtsoort
    Civiel overig
    Datum uitspraak
    27-04-2006
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Hoger beroep
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof Amsterdam
    Verzoek tot schorsing van zaak door eiseres. Reconventionele vordering ligt in hoger beroep niet aan het hof voor. Geen vordering ter zake waarvan overeenkomst tot afwikkeling van massaschade in een vergoeding voorziet.
  •